Wanneer je vaker met Google Tag Manager werkt zal je waarschijnlijk wel weten dat er verschillende trackingtypes zijn voor een Universal Analytics Tag. Je kan bijvoorbeeld kiezen voor een paginaweergave of een gebeurtenis. Afhankelijk van die keuze vul je verschillende parameters is. Zeker bij een gebeurtenis is het belangrijk de categorie en de actie te specificeren. Google Analytics 4 maakt hier geen onderscheid meer in. Alle tags die je maakt (behalve de configuratie tag) worden op dezelfde manier opgebouwd en deze worden allemaal als een gebeurtenis gezien.
Wanneer we de GA4 gebeurtenis tag vergelijken met die van UA, is het eerste wat opvalt dat het lijkt alsof er een stuk minder ingevuld hoeft te worden. Waar je in UA standaard de parameters: categorie, actie, label en waarde ziet, staat er bij GA4 alleen een vakje voor de gebeurtenis naam.
Toch is het in GA4 wel mogelijk om meer informatie mee te sturen met een gebeurtenis door middel van parameters. Deze staan alleen verstopt onder het kopje ‘Gebeurtenisparameters’. De GA4 tag is daardoor een stuk overzichtelijker. Wanneer je een tag maakt voor een vrij simpele gebeurtenis is alleen een duidelijk naam vaak al genoeg. Als er één emailadres op de website staan en je wilt deze klik doormeten, is een naam als “click_email” vaak al dekkend. Bij een ingewikkeldere tag, zoals een purchase met alle bijbehorende e-commerce waardes, komen de parameters zeker van pas.
Zoals eerder besproken in deze blog kan je alle kanten op met de parameters die je mee stuurt. Toch is het wel verstandig om van te voren te controleren of Google bepaalde parameters vooraf heeft gedefinieerd. In het voorbeeld van de purchase gebeurtenis zijn parameters gebruikt die door Google zijn gedefinieerd. Door deze aan te houden weet je zeker dat de verkopen goed in de standaard e-commerce rapporten van GA4 terecht komen. Mocht je hier iets anders invullen, zal je zelf aan de slag moeten gaan met het aanmaken van een rapport.
In UA werd er nog gebruik gemaakt van doelen, maar in GA4 zijn dit conversies geworden. Gelukkig zijn deze ook een stuk makkelijker in te stellen in GA4. In GA4 kan elke gebeurtenis een conversie worden. Stel, je hebt een klik op het emailadres als gebeurtenis naar GA4 gestuurd. Misschien is dit een belangrijke gebeurtenis voor jouw campagnes, dus wil je hier een conversie van maken. Om dit in te stellen ga je in de GA4 property naar ‘configureren’ door hier links in het scherm op te klikken. Vervolgens verschijnen er een aantal opties, kies hieruit voor gebeurtenissen.
Daarna zie je een overzicht van alle gebeurtenissen die plaats hebben gevonden op jouw website. Let op! Er kan dus wat tijd overheen gaan voordat je een ingestelde gebeurtenis terug ziet in deze lijst, omdat deze dus eerst plaats moet vinden. Om van een gebeurtenis een conversie te maken klik je simpelweg aan de rechterkant op de schuifknop ‘markeren als conversie’.
Wanneer je nu aan de linkerkant op ‘conversies’ klikt zie je een overzicht van alle gebeurtenissen die als een conversie zijn gemarkeerd. De purchase gebeurtenis staat hier standaard in en deze kan je ook niet verwijderen. het voordeel van het markeren als conversie, is dat deze gebeurtenissen in een overzichtelijk rapport gezet worden. Dit rapport kan je vinden bij het tabblad ‘Rapporten’ onder Levenscyclus > Betrokkenheid > Conversies. Let wel op, je kan maximaal 30 gebeurtenissen als conversie markeren per GA4 property. Bedenk dus goed welke gebeurtenissen echt belangrijk zijn. Mocht je hier nu toch niet aan uit komen of heb je vragen? Dan kan je altijd contact opnemen met de specialisten van MvH Media!
